Het gebouw fungeert als centrum voor de doelgroep van de organisatie. Het gebouw moet duidelijk aanwezig zijn zonder de gevoelige structuur van de omgevende wijken de verstoren. Dit doel is bereikt door inzet van verschillende middelen zoals naar buiten gekeerde hofjes en gevels die prijsgeven wat erachter gebeurd. Verder wordt erop gelet dat er duidelijke toegangen zijn om een laagdrempelig gebouw te creëren.
Aan de ene kant moet het project zich in een reeks grootschalige gebouwen, zoals het provinciehuis, de gereformeerde hogeschool en andere kantoorgebouwen, voegen. Aan de andere kant moet het zich ook op de kleinschalige woonbebouwing langs de Assendorper Dijk richten. Deze spagaat is opgelost door elk gebouwdeel zijn eigen hoogte te geven.
Door het toepassen van verschillende gevelmaterialen en afwerkingen wordt het gebouw duidelijk leesbaar in zijn functies en daardoor op een menselijk schaal gehouden. Het gebouw is zo opgezet, dat het in de toekomst gemakkelijk anders ingedeeld kan worden, en diverse ruimtes kunnen ook van andere functies voorzien worden. Door de indeling in verschillende doelpgroepen kan dit ook stapsgewijs gebeuren. De opzet van het gebouw is zodanig, dat het op alle verschillende invloeden van de omgeving reageert zonder zijn eigen identiteit te verliezen en hierdoor de stedenbouwkundige verhoudingen verrijkt.