Een visie geven op de nieuwbouw voor DVC Zevenbergen is jezelf de vraag stellen wat de kwaliteit van wonen is, of sterker nog, wat de kwaliteit van het leven is. Het is een vraag waar geen collectief antwoord op bestaat. Mensen zonder lichamelijke en verstandelijke handicap antwoorden al verschillend op deze vraag. En zij kunnen nog door middel van ratio en dialoog met elkaar communiceren om elkaars wensen te begrijpen, om tot een ‘samenleving’ te komen. Veel bewoners van Zevenbergen kunnen dat niet, maar dat betekent zeker niet dat ze geen wensen hebben. Bij mensen met een verstandelijke handicap is de sensorische waarneming de belangrijkste waarneming en is de atmosfeer de belangrijkste eigenschap van een ruimte. Juist voor hen zijn basiselementen van architectuur als materialiteit, tactiliteit, licht, lucht en ruimte essentieel. Het is onze ambitie om door de ogen en zintuigen van de bewoners van Zevenbergen een omgeving te maken die niet alleen voor hen aangenaam is, maar ook voor de zogenaamde ‘gezonde’ mensen, de familieleden, mede werkers, omwonenden en bezoekers.
In ons ontwerp zijn nieuwe woonclusters ‘te gast’ in een dorplandschap. Open voor bewoners, familieleden, begeleiders en voor mensen uit de nabije omgeving: omgekeerde integratie maximaal.In het open landschap zijn de functies gelegen die de ondersteuning van de bewoners overstijgen, zoals het therapiebad, kinderboerderij, manege, therapielokalen en cafetaria. Daarnaast staat het landschap open voor extra functies die de aantrekkingskracht van DVC Zevenbergen versterken voor de inwoners van Ranst zoals een kinderopvang, volkstuintjes, een (grote) speeltuin, picknick plaatsten, een verbinding met de scoutingvereniging en een kleine camping.
Te onderscheiden zijn drie schaalniveau’s. “De kamer”, de plek voor de eigen inrichting, eigen regie. “De woning”, waar men andere bewoners kan ontmoeten en “het cluster”, die bescherming biedt, maar niet opsluit.