De uitdaging was om het zeer complexe programma van het Dans- en Muziekcentrum op een eenvoudige manier te laten functioneren en tegelijkertijd het gebouw energiezuinig te ontwerpen. Het idee achter het nieuwe DMC is om de vier podium- kunstinstituten - een moderne dansgroep, een kamer- orkest, een conservatorium en een danstheater - samen te brengen en synergie te stimuleren. Een uitgekiende ruimtelijke oplossing was nodig om de interactie tussen de vier verschillende bedrijven te ondersteunen en daarbij tevens individuele behoeften te beantwoorden.
Het ontwerp is geïnspireerd door de omringende stedelijke omgeving en het programma, dat een openbare functie combineert (zowel cultureel centrum als landmark in de stad), met een meer privéfunctie “achter de schermen” (administratie en repetities).
In het ontwerp zijn beide duale functies in twee gebouwdelen vormgegeven: een functionele, private “backbone” als uitgehold wit kader met een grote vide en een hierin omsloten houten ‘hart’, dat een weelderig uitnodigend gebaar naar het plein maakt. Dit hart is opgebouwd uit vloeiende volumes die elkaar overlappen en waartussen interactie ontstaat, spontaan gegroeid vanuit de steden- bouwkundige setting.
Twee “wanden” en een “dak” vormen het overdekte open bouwblok. “De achterwand” herbergt ondersteunende functies binnen typische kantoorverdiepingen. Alle ruimtes met een specifieke hoogte, zoals de repetitieruimtes en dansstudio’s, bevinden zich in de “zijwand”. Het “dak” herbergt het conservatorium en de bibliotheek. Binnen dit rationele volume stromen de verkeersruimtes over in de gestapelde foyers en auditoria. Het stedelijk plein strekt zich als een groot atrium uit tot ver in het gebouw, terwijl de gebogen balkons een spectaculair uitzicht biedenover de stad en van de ene naar de andere hal.